afveegt

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  afveegt    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • af·veegt

Werkwoord

vervoeging van
afvegen

afveegt

  1. (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afvegen
    • ... dat jij afveegt. 
  2. (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afvegen
    • ... dat hij afveegt. 
     Het is oké : zegt hij terwijl hij zijn hand aan het pluche van de stoel afveegt.[1]

Gangbaarheid

  • Het woord afveegt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

  1. V.E. Schwab
    “Het onzichtbare leven van Addie LaRue” (2021), De Boekerij , ISBN 9789022591932
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.