afvloei
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: afvloei (hulp, bestand)
Woordafbreking
- af·vloei
Werkwoord
vervoeging van |
---|
afvloeien |
afvloei
- (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afvloeien
- ... dat ik afvloei.
Gangbaarheid
- Het woord afvloei staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.