afvoerputje

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  afvoerputje    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • af·voer·put·je

Zelfstandig naamwoord

hetafvoerputjeo

  1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord afvoerput
     En wat in afvoerputjes en toiletten verdween, werd één keer per week door een tankwagen opgehaald.[1]

Gangbaarheid

  • Het woord afvoerputje staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

  1. “Ons soort mensen” (2016), Ambo/Anthos uitgevers , ISBN 9789026334672
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.