afvorderde
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: afvorderde (hulp, bestand)
Woordafbreking
- af·vor·der·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
afvorderen |
afvorderde
- (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van afvorderen
- ... dat ik afvorderde.
- ... dat jij afvorderde.
- ... dat hij, zij, het afvorderde.
- ... dat ik afvorderde.
Gangbaarheid
- Het woord 'afvorderde' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.