afwasbaar
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: afwasbaar (hulp, bestand)
- IPA: / ɑfˈwɑzbar / (3 lettergrepen)
Woordafbreking
- af·was·baar
Woordherkomst en -opbouw
Bijvoeglijk naamwoord
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | afwasbaar | afwasbaarder | afwasbaarst |
verbogen | afwasbare | afwasbaardere | afwasbaarste |
partitief | afwasbaars | afwasbaarders | - |
afwasbaar
- geschikt om met water en zeep te worden schoongemaakt
- Afwasbare muurverf is in een keuken heel handig, vooral als men niet met muurtegels kan werken.
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord afwasbaar staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "afwasbaar" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.