afweekjes

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  afweekjes    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • af·week·jes

Zelfstandig naamwoord

deafweekjesmv

  1. verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord afweek
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.