afweert

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  afweert    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • af·weert

Werkwoord

vervoeging van
afweren

afweert

  1. (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afweren
    • ... dat jij afweert. 
  2. (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afweren
    • ... dat hij afweert. 
     20 Het is heel opmerkelijk hoe handig hij mogelijke aanvallen op zijn karakter afweert.[1]

Gangbaarheid

  • Het woord afweert staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

  1. Lulu Miller
    “Waarom vissen niet bestaan” (2023), Lebowski Publishers , ISBN 9789048867325
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.