afwerkten

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  afwerkten    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • af·werk·ten

Werkwoord

vervoeging van
afwerken

afwerkten

  1. (in een bijzin) meervoud verleden tijd van afwerken
    • ...dat wij afwerkten. 
    • ...dat jullie afwerkten. 
    • ...dat zij afwerkten. 
     Toen de bui op zijn hevigst was, stampten we met onze voeten op de vloer voor een donderend gebulder, waarna we langzaamaan alles in omgekeerde volgorde afwerkten - via de tikken, de klappen en het steeds zachter wrijven - tot we weer als zonnen stonden.[1]

Gangbaarheid

  • Het woord afwerkten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

  1. Strayed, Cherl
    “Schitterende kleine dingen” (2021), Thomas Rap , ISBN 9789400408784
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.