afwijkende

Uitspraak

• Geluid:  afwijkende    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• af·wij·ken·de

Bijvoeglijk naamwoord

afwijkende

1. verbogen vorm van de stellende trap van afwijkend

Werkwoord

afwijkende

1. verbogen vorm van afwijkend, het onvoltooid deelwoord van afwijken

   ▸ Van de moed die dat vergt vangen we een glimp op bij kunstenaars die protesteren tegen de heersende opvattingen over schoonheid en goede smaak door daar, trouw aan hun eigen afwijkende denkbeelden, met behulp van hun talent bezwaar tegen aan te tekenen.^[1]

   ▸ Zelfs Wennergren-Olofsson niet, die erom bekendstond over de meeste onderwerpen een afwijkende mening te hebben.^[2]

Gangbaarheid

• Het woord afwijkende staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen