afzend

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  afzend    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • af·zend

Werkwoord

vervoeging van
afzenden

afzend

  1. (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afzenden
    • ... dat ik afzend. 

Gangbaarheid

  • Het woord afzend staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.