afzie

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  afzie    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • af·zie

Werkwoord

vervoeging van
afzien

afzie

  1. (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afzien
    • ... dat ik afzie. 
  2. (in een bijzin) aanvoegende wijs van afzien
    • ... dat men afzie. 

Gangbaarheid

  • Het woord afzie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.