afzwoer

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  afzwoer    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • af·zwoer

Werkwoord

vervoeging van
afzweren

afzwoer

  1. (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van afzweren
    • ... dat ik afzwoer. 
    • ... dat jij afzwoer. 
    • ... dat hij, zij, het afzwoer. 
Verwante begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord afzwoer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.