ahora

Spaans

Uitspraak
  • IPA: /aˈoɾa/
Woordafbreking
  • a·ho·ra

Bijwoord

ahora

  1. nu, thans, tegenwoordig, heden
    «Ahora no tengo tiempo.»
    Ik heb nu geen tijd.
  2. zojuist
    «Lo acabo de ver ahora
    Ik heb het zojuist gezien.

Voegwoord

ahora

  1. hoe dan ook
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.