aidsdeskundigen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  aidsdeskundigen    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • aids·des·kun·di·gen

Zelfstandig naamwoord

deaidsdeskundigenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord aidsdeskundige
     Ook andere aidsdeskundigen waren ongelukkig met Bucks uitspraken, en vonden dat hij geen ijdele hoop had mogen wekken.[1]

Gangbaarheid

  • Het woord aidsdeskundigen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

  1. Kolfschooten, Frank van
    “Ontspoorde wetenschap” (2012), De Kring, ISBN 9789491567087
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.