ajustar

Spaans

stamtijd
infinitief verleden
tijd
voltooid
deelwoord
ajustar
ajustaba
ajustado
volledig

Werkwoord

ajustar

Woordafbreking
  • a·jus·tar
  • overgankelijk
  1. passen,aanpassen
  2. stellen, instellen, afstellen, regelen
  3. monteren, geschikt maken
  4. aannemen, contracteren
  5. vereffen
  6. sluiten, overeenkomen
Synoniemen
  1. passen bij
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.