akzeptabel

Duits

Uitspraak
  • Geluid:  akzeptabel    (hulp, bestand),  akzeptabel    (hulp, bestand)
  • IPA: / akʦɛpˈtaːbəl /
Woordafbreking
  • ak·zep·ta·bel
Woordherkomst en -opbouw
  • Midden 17e eeuw ontleend aan Frans:  acceptable bn Latijn:  acceptabilis bn , afgeleid van Latijn:  acceptare bn  ("accepteren")
stellend vergrotend overtreffend
akzeptabel
akzeptabler
am akzeptabelsten
alle verbuigingsvormen
  • Duits bijvoeglijk naamwoord met het achtervoegsel -abel

Bijvoeglijk naamwoord

akzeptabel

  1. aannemelijk, aanvaardbaar, acceptabel
    «Den ersteren Antrag fand Finanzminister Frhr. [Freiherr] von Riedel akzeptabel, den letzteren bekämpfte er. [1]»
    Het eerste verzoek vond minister van Financiën Frhr. von Riedel acceptabel, de laatste bestreed hij.
Typische woordcombinaties
  • ganz akzeptabel
  • nicht akzeptabel
Synoniemen
Antoniemen
  •  inakzeptabel bn 
  • nicht  akzeptabel bn 
  •  unakzeptabel bn 
Verwante begrippen
  • ruckartig

Verwijzingen

  1. Aus dem Finanzausschuss
    Rosenheimer Anzeiger, 50. Jahrgang, Nr. 169, Freitag, den 29. Juli 1904 (eerste pagina, tweede en derde kolom)
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.