alarmeert

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  alarmeert    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • alar·meert

Werkwoord

vervoeging van
alarmeren

alarmeert

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van alarmeren
    • Jij alarmeert. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van alarmeren
    • Hij alarmeert. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van alarmeren
    • Alarmeert! 
     Wat me alarmeert is dat ik te helder ben voor zulke verwarring.[1]

Gangbaarheid

  • Het woord alarmeert staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

  1. Lysanne Hoksbergen
    “Hels paradijs” (2024), De Verhalenfabriek, ISBN 9789461099068
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.