alledaagser

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  alledaagser    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • al·le·daag·ser

Bijvoeglijk naamwoord

alledaagser

  1. onverbogen vorm van de vergrotende trap van alledaags
     Eric kon de analyse van de subjectieve aspecten in zoverre volgen dat, in alledaagser taalgebruik, de regeringsleider Kosygin bepaald geen idioot was, maar dat de partijleider Brezjnev zonder twijfel een idioot was, maar helaas ook degene die de hoogste politieke macht in handen had.[1]

Gangbaarheid

  • Het woord alledaagser staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

  1. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “1968, De grote eeuw deel 7” (2017), Uitgeverij Prometheus , ISBN 9789044633535
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.