allieert

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  allieert    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • al·li·eert

Werkwoord

vervoeging van
alliëren

allieert

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van alliëren
    • Jij allieert. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van alliëren
    • Hij allieert. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van alliëren
    • Allieert! 

Gangbaarheid

  • Het woord allieert staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.