alpenstokken

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  alpenstokken    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈɑlpə(n)ˌstɔkə(n)/ (4 lettergrepen)
Woordafbreking
  • al·pen·stok·ken
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

dealpenstokkenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord alpenstok
     Toen zijn wij gaan wandelen met de alpenstokken.[1]

Gangbaarheid

  • Het woord 'alpenstokken' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Verwijzingen

  1. Weblink bron
    John Bake, (eds. M.A. Schenkeveld-van der Dussen & W. van den Berg)
    brief aan Johanna Maria van Royen (7 augustus 1830) in: Reisbrieven. (1986), Querido, Amsterdam, ISBN 90214 0558 X, p. 85
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.