amainar

Spaans

stamtijd
infinitief verleden
tijd
voltooid
deelwoord
amainar
amainaba
amainado
volledig

Werkwoord

amainar

Woordafbreking
  • a·mai·nar
  • onovergankelijk
  1. luwen
  2. kalmeren, afnemen, minder worden
    «el viento ha amainado»
    de wind is geluwd
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.