ambachtslieden

Uitspraak

• Geluid:  ambachtslieden    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• am·bachts·lie·den

Zelfstandig naamwoord

de ambachtslieden mv

1. meervoud van het zelfstandig naamwoord ambachtsman

   ▸ Venetië was een geweldige mengeling van mens en mythe, en ik had nog niet goed door waar op die schaal het verhaal thuishoorde van een geheim genootschap, een baby in een mandje, de pest, een jongedame op een bergtop, een vernederde jongeman en een bonte verzameling ambachtslieden.^[1]

   ▸ Aan King Street en Meeting Street, de twee grote avenues die het schiereiland van zuid naar noord doorkruisten, getuigden talloze zilver- en goudsmeden, meubelmakers, kappers en andere ambachtslieden van de weelderige interieurs en het luxueuze leven van de Charlestonianen.^[2]

Gangbaarheid

• Het woord ambachtslieden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen