ambigu

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  ambigu    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˌɑmbiˈɣy/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • am·bi·gu
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen ambiguambiguer
verbogen ambigueambiguere
partitief ambigu'sambiguers-
Woordherkomst en -opbouw
  • van Frans ambigu, in de betekenis van ‘dubbelzinnig’ aangetroffen vanaf 1666 [1]

Bijvoeglijk naamwoord

ambigu

  1. dubbelzinnig, voor meerdere uitleg vatbaar
     Maar op zichzelf is technê-kennis moreel ambigu, of beter gezegd neutraal, juist omdat zij alleen maar een instrument voor een bepaald doel is.[2]

Gangbaarheid

  • Het woord ambigu staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
65 %van de Nederlanders;
77 %van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.