ambtenaren

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  ambtenaren    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • amb·te·na·ren

Zelfstandig naamwoord

deambtenarenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord ambtenaar
     Maar de politici of ambtenaren, of allebei aangezien ze toch een en dezelfde waren, verzekerden dat deze huurregeling, die vorig jaar was ingevoerd, een tijdelijke maatregel was om de problemen van de gewone mensen in de crisistijd waarin ze nu leefden tegen te gaan.[1]
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord ambtenaren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

  1. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “Kop in het zand” (2015), Uitgeverij Prometheus , ISBN 9789044628142
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.