ambulanciers

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  ambulanciers (Vlaanderen)    (hulp, bestand)
    • IPA: /ˌɑmbylɑnˈsirs/ (4 lettergrepen)
  • Geluid:  ambulanciers (Nederland)    (hulp, bestand)
    • IPA: /ˌɑmbylɑ̃ˈʃes/ (4 lettergrepen)
Woordafbreking
  • am·bu·lan·ciers
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

deambulanciersmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord ambulancier

Gangbaarheid

  • Het woord ambulanciers staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.