angriber

Deens

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: / ˈanˌgʁiˀbʌ /
Woordafbreking
  • an·gri·ber
Woordherkomst en -opbouw
  • Zelfstandig naamwoord: naamwoord van handeling van het Deense werkwoord angribe met het voorvoegsel an- en met het achtervoegsel -er
Naar frequentie 2111

Werkwoord

angriber

  1. tegenwoordige tijd van angribe

Zelfstandig naamwoord

angriber

  1. (van een persoon of staat) aanvaller
  2. (militair) aanvaller
  3. (sport) aanvaller
Afgeleide begrippen
  • [3]: landsholdsangriber
  • [3]: stjerneangriber

Verwijzingen

    Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.