angstwekkends

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  angstwekkends    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • angst·wek·kends

Bijvoeglijk naamwoord

angstwekkends

  1. partitief van de stellende trap van angstwekkend
     ' Waarom praatten we over deze onbenullige dingen? Het was alsof we probeerden iets angstwekkends van ons af te zetten.[1]

Gangbaarheid

  • Het woord angstwekkends staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

  1. Victoria Holt
    “Vlucht van de zeve zwaluwen” (1992), Saga, ISBN 9788726484892
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.