animeer

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  animeer    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • aniĀ·meer

Werkwoord

vervoeging van
animeren

animeer

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van animeren
    • Ik animeer. 
  2. gebiedende wijs van animeren
    • Animeer! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van animeren
    • Animeer je? 

Gangbaarheid

  • Het woord animeer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.