antarctisch

Niet te verwarren met: Antarctisch

Nederlands

Zelfstandig naamwoord

Uitspraak
  • Geluid:  antarctisch    (hulp, bestand)
  • IPA: /ɑntˈɑrktis/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • an·tarc·tisch
Woordherkomst en -opbouw
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen antarctischantarctischer
verbogen antarctischeantarctischere
partitief antarctischantarctischers-

Bijvoeglijk naamwoord

antarctisch

  1. verouderde spelling of vorm van Antarctisch tot 2006, betrekking hebbend op de Zuidpool
  2. zeer koud

Gangbaarheid

  • Het woord antarctisch staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
82 %van de Nederlanders;
89 %van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.