antibiotica

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  antibiotica    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • an·ti·bio·ti·ca

Zelfstandig naamwoord

deantibioticamv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord antibioticum
     ' 'Heb je onlangs antibiotica geslikt?' 'Nee.[1]

Gangbaarheid

  • Het woord antibiotica staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

  1. “Schildpadden tot in het oneindige” (2017), Gottmer , ISBN 9789025768652
  2. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.