appellare

Latijn

Uitspraak
  • IPA: /apˈpel.laːrɛ/
Woordafbreking
  • ap·pel·la·re
stamtijd
infinitief 1e pers. enk.
ind. praes. act.
1e pers. enk.
ind. perf. act.
supinum
appellāre appellō appellāvī appellātum
eerste vervoeging volledig

Werkwoord

appellāre

  1. actief infinitief praesens van appellāre
    1. aanspreken
    2. roepen
  2. passief imperatief praesens enkelvoud van appellāre
    1. word aangesproken!
    2. word geroepen!
Overerving en ontlening
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.