appliceert

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  appliceert    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ap·pli·ceert

Werkwoord

vervoeging van
appliceren

appliceert

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van appliceren
    • Jij appliceert. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van appliceren
    • Hij appliceert. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van appliceren
    • Appliceert! 

Gangbaarheid

  • Het woord appliceert staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.