apporteert

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  apporteert    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ap·por·teert

Werkwoord

vervoeging van
apporteren

apporteert

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van apporteren
    • Jij apporteert. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van apporteren
    • Hij apporteert. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van apporteren
    • Apporteert! 

Gangbaarheid

  • Het woord apporteert staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.