apresar

Spaans

stamtijd
infinitief verleden
tijd
voltooid
deelwoord
apresar
apresaba
apresado
volledig

Werkwoord

apresar

Woordafbreking
  • a·pre·sar
  • overgankelijk
  1. gevangennemen
  2. vastgrijpen
  3. (scheepvaart), opbrengen, onderscheppen, intercepteren
Synoniemen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.