arbeidt

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  arbeidt    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ar·beidt

Werkwoord

vervoeging van
arbeiden

arbeidt

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van arbeiden
    • Jij arbeidt. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van arbeiden
    • Hij arbeidt. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van arbeiden
    • Arbeidt! 

Gangbaarheid

  • Het woord arbeidt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.


Nynorsk

Woordafbreking
  • ar·beidt

Werkwoord

arbeidt

  1. voltooid deelwoord van arbeide
Synoniemen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.