arranger

Frans

Uitspraak
  • Geluid:  arranger    (hulp, bestand)
stamtijd
infinitief verleden
tijd
voltooid
deelwoord
arranger
arrangeais
arrangé
eerste groep volledig

Werkwoord

arranger

  1. regelen, arrangeren
  2. sorteren, ordenen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.