sorteren

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  sorteren    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • sor·te·ren
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘uitzoeken’ voor het eerst aangetroffen in 1599 [1]
  • afgeleid van het Franse assortir (met het achtervoegsel -eren) [2] [3]
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
sorteren
sorteerde
gesorteerd
zwak -d volledig

Werkwoord

sorteren

  1. overgankelijk orde in een verzameling aanbrengen door soort bij soort te leggen
    • De eieren worden naar gewicht gesorteerd. 
     Ondanks de hogere prijzen blijft de kringloop populair. Er worden steeds meer spullen ingeleverd en spullen kunnen ook steeds vaker weer worden verkocht. "Producten komen binnen en dan gaan we ze sorteren. Er zijn producten die meteen de winkel in kunnen, maar soms moeten ze eerst schoongemaakt of gerepareerd worden", zegt Heijne.[4]
  2. (informatica) het in een bepaalde volgorde zetten van de elementen van een lijst
     Hoewel informatici diverse algoritmen voor het sorteren van gegevens hebben ontworpen, wordt Quicksort over het algemeen beschouwd als het snelste en efficiëntste sorteeralgoritme in het gemiddelde geval.[5]
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
  • sorteerband, sorteercentrum, sorteerder, sortering
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord sorteren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.[6]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.