arrear

Spaans

stamtijd
infinitief verleden
tijd
voltooid
deelwoord
arrear
arreaba
arreado
volledig

Werkwoord

arrear

  • overgankelijk
  1. aansporen (van paard), voortdrijven (van vee)
  2. opjutten, opjagen
  • onovergankelijk
  1. zich haasten, opschieten
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.