asfalteerde

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  asfalteerde    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • as·fal·teer·de

Werkwoord

vervoeging van
asfalteren

asfalteerde

  1. enkelvoud verleden tijd van asfalteren
    • Ik asfalteerde. 
    • Jij asfalteerde. 
    • Hij, zij, het asfalteerde. 

Gangbaarheid

  • Het woord asfalteerde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.