asistir
Spaans
Uitspraak
- Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
- IPA: /a.sisˈtiɾ/
Woordafbreking
- a·sis·tir
Werkwoord
asistir
stamtijd | ||
---|---|---|
infinitief | verleden tijd |
voltooid deelwoord |
asistir |
asistía |
asistido |
volledig |
- onovergankelijk bijwonen, aanwezig zijn bij
- overgankelijk assisteren, helpen
- (medisch) verplegen, behandelen, bezorgen
Synoniemen
- [2] ayudar
Verwijzingen
- asistir in: Diccionario de la lengua española, 23e druk, op website: Real academia española
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.