verplegen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  verplegen    (hulp, bestand)
  • IPA: /vərˈpleɣə(n)/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • ver·ple·gen
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
verplegen
verpleegde
verpleegd
zwak -d volledig

Werkwoord

verplegen

  1. overgankelijk een zieke verzorgen
    • Hij verpleegde zijn vrouw toen zij bedlegerig werd. 
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord verplegen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.