attaqueer
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: attaqueer (hulp, bestand)
Woordafbreking
- at·ta·queer
Werkwoord
vervoeging van |
---|
attaqueren |
attaqueer
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van attaqueren
- Ik attaqueer.
- gebiedende wijs van attaqueren
- Attaqueer!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van attaqueren
- Attaqueer je?
Gangbaarheid
- Het woord attaqueer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.