audioloogje

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  audioloogje    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • au·dio·loog·je

Zelfstandig naamwoord

hetaudioloogjeo

  1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord audioloog
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.