auvirða
Oudnoords
Woordafbreking
- au·vir·ða
stamtijd | |||
---|---|---|---|
onbepaalde wijs |
tegenwoordige tijd |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
auvirða |
auvirir |
auvirdi |
auvirt |
Klasse 3 zwak | volledig |
Woordherkomst en -opbouw
- Afgeleid van virða met het voorvoegsel au-.
Werkwoord
auvirða
Synoniemen
- [2]: svívirða
Verwante begrippen
- [1]: sneypa, svívirða
- [2]: skamma, víta
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.