aventajar

Spaans

stamtijd
infinitief verleden
tijd
voltooid
deelwoord
aventajar
aventajaba
aventajado
volledig

Werkwoord

aventajar

  • overgankelijk
  1. overtreffen, overtroeven
  2. inhalen, voorbijgaan
  3. verkiezen, prefereren
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.