voorbijgaan

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  voorbijgaan    (hulp, bestand)
  • IPA: /vorˈbɛiɣan/ (3 lettergrepen)
    • (Noord-Nederland): /vo̝rˈbɛɪ̯χan/
    • (Vlaanderen, Brabant): /vorˈbɛːɣan/
    • (Limburg): /vorˈbɛɪ̯ɣan/
Woordafbreking
  • voor·bij·gaan
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
voorbijgaan
ging voorbij
voorbijgegaan
klasse 7 volledig

Werkwoord

voorbijgaan

  1. ergatief langs een bepaald punt gaan
    • Dezelfde fietser ging opnieuw voorbij. 
  2. ergatief tot verleden gaan behoren
    • Die tijd is voorgoed voorbijgegaan. 
  3. inergatief niet in beschouwing nemen
    • Er werd daarmee geheel voorbijgegaan aan de wil van de Iraanse bevolking. 
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord voorbijgaan staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.