avistar

Spaans

stamtijd
infinitief verleden
tijd
voltooid
deelwoord
avistar
avistaba
avistado
volledig

Werkwoord

avistar

  • overgankelijk
  1. ontwaren, bespeuren (in het oog krijgen)
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.