badende

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  badende    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ba·den·de

Werkwoord

vervoeging van: baden
verbogen vorm: badendee

badende

  1. verbogen vorm van badend, het onvoltooid deelwoord van baden

Bijvoeglijk naamwoord

badende

  1. verbogen vorm van de stellende trap van badend

Gangbaarheid

  • Het woord badende staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Deens

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
Woordafbreking
  • ba·den·de
Woordherkomst en -opbouw
  • Bijvoeglijk gebruik van het Deense onvoltooid deelwoord van het werkwoord bade met het achtervoegsel -ende
Naar frequentie 103837
stellend vergrotend overtreffend
onbepaald
(sterk)
g enkelvoud badende
o enkelvoud badende
meervoud badende
bepaald
(zwak)
enkelvoud en
meervoud
badende

Bijvoeglijk naamwoord

badende

  1. badend

Werkwoord

badende

  1. onvoltooid (tegenwoordig) deelwoord bedrijvende vorm van bade


Verwijzingen

    Noors

    Uitspraak
    • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
    • IPA: / ˈbɑːdənə /
    Woordafbreking
    • ba·den·de
    Woordherkomst en -opbouw
    • Bijvoeglijk gebruik van het onvoltooid deelwoord van het Noorse werkwoord bade met het achtervoegsel -ende
    Naar frequentie 122901
    stellend vergrotend overtreffend
    onbepaald
    (sterk)
    m/v enkelvoud badende
    o enkelvoud badende
    meervoud badende
    bepaald
    (zwak)
    enkelvoud en
    meervoud
    badende

    Bijvoeglijk naamwoord

    badende

    1. badend

    Werkwoord

    badende

    1. onvoltooid (tegenwoordig) deelwoord bedrijvende vorm van bade
    Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.