bakte

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  bakte    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • bak·te

Werkwoord

vervoeging van
bakken

bakte

  1. enkelvoud verleden tijd van bakken
    • Ik bakte. 
    • Jij bakte. 
    • Hij, zij, het bakte. 

Gangbaarheid

  • Het woord bakte staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.


Noors

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: / ˈbɑːktə /
Woordafbreking
  • bak·te
Naar frequentie 14884

Werkwoord

bakte

  1. verleden tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van bake


Nynorsk

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: / ˈbɑːktə /
Woordafbreking
  • bak·te

Werkwoord

bakte

  1. verleden tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van bake
Synoniemen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.