barnen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  barnen    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • bar·nen
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘in vuur en vlam staan’ voor het eerst aangetroffen in 1174 [1]
  • [2]
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
barnen
barnde
gebarnd
zwak -d volledig

Werkwoord

barnen

  1. (verouderd) branden
Afgeleide begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord 'barnen' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
23 %van de Nederlanders;
17 %van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

Zweeds

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
Woordafbreking
  • bar·nen
Naar frequentie 667

Zelfstandig naamwoord

barnen

  1. nominatief bepaald onzijdig meervoud van barn
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.